Ode aan Ollie
Wat mooi is gaat veel te snel voorbij………………..

 

Lieve Ollie, jij kwam in april 2004 in ons leven. Jouw eerste baasje kon door ziekte niet meer voor je zorgen en zo was je in een pension van Kattenzorg terechtgekomen.
Je nieuwe naam werd Ollie, een afkorting van Olivier vernoemd naar Olivier B. Bommel, en meteen luisterde je er goed naar. Je eerste 4 levensjaren had je op een bovenhuis gewoond en nu kreeg je een huis met voor- en achtertuin. Die tuin werd jouw domein. Je kon er uren in doorbrengen. Heel interessant, vooral omdat er ook buurtkatten op bezoek kwamen. In het vroege voorjaar lekker rollen in het verse gras en op zoek naar een muis tussen de planten. Vogels liet je met rust, dus die hipten onbekommerd rond als je weer eens lekker lag te zonnen op het terras. Je verdedigde jouw territorium goed en als een langslopende hond nieuwsgierig een stap op de oprit zette, zorgde je er wel voor dat de hond met de staart tussen de poten afdroop. Ook grote honden maakten dat ze weg kwamen.
Je gedroeg je altijd voorbeeldig, was netjes en schoon en maakte niets kapot. Borstelen vond je het einde. Zodra je merkte dat we de borstel pakten, stond je al klaar. En het was nooit lang genoeg. Als er bezoek kwam, liet je je als goed gastheer keurig netjes even zien en vooral aaien om vervolgens weer je eigen gang te gaan.
Ook was je intelligent, maar op zijn tijd kon je ook een beetje dom zijn. Je wist bijvoorbeeld niet hoe een deur verder te openen. Altijd duwde je ertegen met je klauwtjes zodat de deur juist dichtging in plaats van open. En die ene keer dat je bovenop de metershoge taxushaag liep was ook geen succes. Dat heb je nooit meer gedaan, want dat prikte te veel! Toen je nog niet zo lang bij ons woonde ben je tweemaal drijfnat en onder het kroos thuisgekomen, omdat je dacht dat je op het kroos in de nabijgelegen vijver kon lopen. Gelukkig bleek je geen ezel, want een derde keer is niet voorgekomen.
Je was in alles geïnteresseerd en kweet je aardig van je vrijwillig op je genomen taak als opzichter. Wanneer iemand een klusje in huis kwam doen, keek je toe en liep zelfs achter de werkman aan om te zien wat hij ging halen en waarom. Op de dagen dat de glazenwasser kwam was het helemaal feest. Die man gebruikte, in jouw ogen, een vreemd harig monster waarmee hij de ramen schoonmaakte. Je volgde de glazenwasser van raam tot raam om van de binnenkant flink met je poten op de ruiten te tikken om het monster te verdrijven.
Als de deurbel ging rende je vooruit naar de hal en maande ons vooral om snel te komen. Nieuwsgierig om te zien wie er nu weer aan de deur stond. Op een keer kwam een meisje met Kinderpostzegels en terwijl zij wachtte keek ze naar je en zei tegen ons: ‘Uw kat heeft lichtjes in zijn ogen!’ En inderdaad had je zulke sprankelende ogen dat bij bepaald licht het net leek of er lichtjes in zaten.
Natuurlijk had je ook echte kattenstreken. Als we je ’s avonds een keer te vroeg en tegen jouw zin naar binnen haalden, dan liep je over de leuning van de bank en sprong op de boekenkast en vervolgens achter de boeken, zodat er alleen nog maar een ondeugende kattenkop te zien was. Alles om maar aandacht te vragen en ons erop te wijzen dat je het er niet mee eens was dat je nu al naar binnen moest. Als wij je dan quasi vermanend toespraken: ‘Ollie, dat mag niet. Ga naar boven’. Dan racete je vrolijk de trap op om een paar minuten later poeslief de kamer weer in te komen met een blik van ‘daar ben ik weer, gezellig!’
Soms leek je meer op een hond dan een kat. Je vond het heerlijk om bij ons te zijn en op schoot te zitten. Het was een vast ritueel om eerst bij het baasje en dan pas bij het vrouwtje te komen zitten.
Helaas kreeg je het laatste jaar te kampen met allerlei gezondheidsproblemen. Eerst met je schildklier en een lekkende hartklep, toen hoge bloeddruk, vervolgens liep je deze zomer een colibacterie in je blaas op die met succes werd bestreden. Helaas bleek daarna dat er problemen met je nieren en longen waren. Onze geweldige dierenartsen Oomen en Wiersma en hun assistenten Petra en Renée hebben alles voor je gedaan en jij hebt trouw alle benodigde medicatie geslikt. Tot je in juli ineens aanvallen van benauwdheid kreeg. Aanvankelijk dachten we dat het kwam door de hitte die ons land teisterde, maar toen het koeler werd bleven de problemen. We probeerden nog een antibioticakuur en prednison, maar het mocht uiteindelijk niet baten. Jij had het benauwd en die benauwdheid ging niet weg.
Jij bent ruim 18,5 jaar oud geworden en op 24 augustus rustig bij de dierenarts ingeslapen. We missen je ontzettend, want je was een bijzondere kat en we hielden heel veel van je. En jij gaf ons ook heel veel liefde en vreugde. Wat blijft zijn de mooie herinneringen aan al die jaren dat je bij ons was.
Lieve Ollie, je blijft voor altijd in ons hart.

Marian en Joost

Ode aan Ollie…..